De Vogel en Natuurwacht Flevoland maakt bezwaar tegen het ongelimiteerde doodschieten van grauwe ganzen. De provincie had op 4 maart al een vergunning tot 1 november afgegeven, maar heeft deze op 24 september vervangen door een nieuwe. Nu mogen de ganzen ruim 3 jaar lang massaal doodgeschoten worden, zonder enige limiet, vrijwel zonder voorwaarden en zonder dat daartoe ook maar enige aanleiding is in Flevoland. De vergunning is afgeven aan de Faunabeheereenheid Flevoland, de jagersorganisatie, die hiermee uitbundig de loftrompet kan steken.
Geen sprake van groeiende aantallen ganzen of toenemende schade
Het aantal ganzen zou exponentieel toenemen en daarmee de schade die ze op het land veroorzaken aan gewassen. In het bezwaar toont de Vogelwacht aan dat de schade juist terugloopt. Het aantal hectare akkers waarop schade is aangericht, is in drie jaar tijd gehalveerd, het aantal schadegevallen in de hele provincie is teruggelopen van 19 naar 9 en afgezien van een uitschieter neemt ook het schade bedrag af. Van exponentiële groei in de provincie is ook al geen sprake. In de Oostvaardersplassen is er zelfs een probleem om het aantal grauwe ganzen op peil te brengen en worden de instandhoudingsdoelstellingen niet gehaald. Geen enkele reden dus om nu ongelimiteerd met hagel op ganzen te gaan schieten.
Afschot heeft geen enkel effect
Het afschieten van ganzen is sowieso al zeer omstreden. Uit nationale en internationale onderzoeken blijkt dat afschot totaal geen effect heeft. Voor iedere dode gans komt een nieuwe terug. Andere gewaskeuze, het onderwerken van oogstresten en het toepassen van moderne en betere verjagingstechnieken zonder afschot hebben bewezen wel effect te hebben. Het is daarom onbegrijpelijk dat de provincie Flevoland het doodschieten van ganzen met deze ontheffing stimuleert.

Een ten dode opgeschreven grauwe gans, want zo prijkt hij op de cover van het door de jagers opgestelde Faunabeheerplan 2014- 2018.
Voldongen feit
De Vogelwacht is ook zeer verbolgen over het feit dat de ontheffing, die jaarlijks loopt van 1 maart tot 1 november, zonder vooraankondiging op 24 september met onmiddellijke ingang is afgegeven. Bezwaar maken heeft voor dat jaar dan geen zin meer, omdat de provincie er tenminste 6 weken over mag doen om op het bezwaar te reageren. Ondertussen worden de ganzen dan al met honderden afgeschoten.
Aan de akkerbouwer worden geen eisen gesteld
Aan de akkerbouwer worden geen of nauwelijks eisen gesteld om de ganzen zelf te verjagen. Van 1 maart tot 1 juli moeten ze nog één visueel middel (om de 100 meter een lintje) en één akoestisch middel (hard boe roepen) gebruiken. Dit stelt al niets voor, maar na 1 juli hoeft zelfs dat niet meer. Desondanks krijgen ze de schade vergoed door het Faunafonds. Veel agrariërs kijken nadat ze het land bewerkt hebben er een tijd lang niet meer naar om. Zo laten ze gewassen die zeer aantrekkelijk zijn voor ganzen, zoals wortels, onbeheerd achter. Geen wonder dat er dan schade ontstaat. Er zijn daarentegen ook heel goede agrariërs die geen schade claimen, omdat zij zich wel verantwoordelijk voelen voor wat er op hun land gebeurt. Zij verjagen de vogels wel zonder te schieten en nemen de schade die dan nog ontstaat voor eigen rekening en niet voor rekening van dier en maatschappij.
Dierenleed
Het afschieten van ganzen veroorzaakt onbeschrijflijk veel dierenleed. Niet alleen vinden duizenden ganzen de dood, ook blijven talloze ganzen getroffen achter. De jager mag namelijk met hagel schieten in grote groepen ganzen, die soms dicht op elkaar staan. Een hagelschot raakt niet alleen de doelgans, maar ook andere ganzen. Vaak kan de jager dit niet zien en blijven deze vogels de rest van leven doorlopen met hagel in hun lijf. Onderzoek heeft uitgewezen dat wel 35% van de overgebleven vogels na de jacht gewond achterblijft of met de hagelkorrels in het lijf wegvliegt. De vogelwacht roept jagers op zich niet meer mee voor het karretje van de zinloze aantalsreductie te laten spannen. Ook roepen wij ze op niet langer de mythe te verspreiden dat afschot leidt tot regulatie van de ganzenpopulatie.